header

Bert Flier

Triathlon

“Hartslagenlijstjes, dat was mijn leven”

Terecht bestempeld als de zwaarste sport ter wereld: bijna vier kilometer zwemmen, honderdtachtig kilometer fietsen en tot slot een hele marathon over tweeënveertig kilometer lopen. Een wereld voor mannen die zichzelf kunnen straffen met een ijzeren discipline, voor mannen die zo diep kunnen gaan, dat ze over de finish gelijk een ambulance in duiken. Een wereld voor Bert Flier.

De Ironman in Hawaii, dat is het ultieme doel voor een triatleet. Flier wordt twee maal Nederlands kampioen op de hele triathlon en plaatst zich voor het WK Ironman in Hawaii, wat maar aangeeft hoe goed hij is geworden. Alleen de allerbesten van de wereld mogen daar meedoen. Hij verzamelt een leger specialisten om zich heen, die hem die laatste zet moeten geven. Diëtisten, psychologen, trainers. “Ik wilde er nu echt voor gaan en maakte allemaal keuzes die in het teken stonden van sport.”

Tot dertig uur in de week traint hij. Iedere minuut van de dag is gepland, tot het halve uurtje voor de boodschappen aan toe. Tot in de puntjes. Als het eindelijk zover is en hij halverwege de Ironman is gekomen, belandt hij in een crisis. “Ik was in de vorm van mijn leven, maar het zei me niets. Ik kreeg daar op de fiets steeds meer twijfels. ‘Wat doe ik hier, waar ben ik mee bezig?’ De passie waarmee ik dertien jaar geleden was begonnen, was helemaal weg. Ik wilde mijn doel halen, was puur prestatiegericht bezig geweest. Hartslagenlijstjes, dat was mijn leven. En altijd dacht ik: ‘In Hawaii ligt het ultieme geluk te wachten.’ Midden in de wedstrijd waar ik me voor het eerst kon plaatsen, bleek dat een illusie.” Hij stapt uit, met kwalificatie voor het grijpen, belandt in een crisis, krabbelt weer op en krijgt zeven jaar later een zware burn-out. Flier worstelt met zichzelf, met zijn drang naar controle, met zijn gevoelens van zelfrechtvaardiging. “Ik heb mogen leren dat presteren en afhankelijk zijn van de waardering van andere mensen misvattingen zijn. Daarmee creëer je je eigen gevangenis en ontstaan blokkades. Mijn drijfveer was niet blijheid, maar angst en schuldgevoelens. Ik heb mezelf veel pijn gedaan, was niet aan het leven, maar aan het overleven. Eindelijk begin ik te begrijpen wat er met mij is gebeurd.”

“Het mooiste is dat ik heb mogen ontdekken wat de weg hieruit is. Dat is de vrijheid die het geloof in Jezus geeft."

"Hij heeft betaald voor al mijn tekortkomingen. Hij ziet mij zoals ik werkelijk ben: een uniek schepsel dat er zijn mag. Ik hoef niet te presteren of anderen te pleasen. Hij houdt van mij zoals ik ben. Hoe aardig vind ik mezelf? Ik heb mezelf jarenlang niet aardig gevonden. Dat ben ik nu aan het leren. Ik vind mezelf steeds aardiger. Van mezelf houden, dat is een proces. Voor sporters is het handig als je jezelf kunt pijnigen. Ik heb er titels mee gewonnen en het is onderdeel van mijn sport. Ik heb echter geleerd dat mezelf straffen een afweer is op het openstellen van mezelf. Sterker nog, het hield me bij God vandaan. Mijn verhaal leest als het verhaal van een martelaar. Maar dan wel een martelaar voor precies het verkeerde doel: om mezelf te rechtvaardigen. Ik hoef me niet te rechtvaardigen. Dat heeft Jezus allang voor mij gedaan.”