header

Merijn Korevaar

Wielrenner

‘Topsport geeft geen zekerheid. God wel’

“God is het belangrijkste in mijn leven”, zegt wielrenner Merijn Korevaar (23). Hoe anders dacht hij er vier jaar geleden over. Toen was hij slechts bezig met presteren, presteren en pres-teren. Merijn: “Ik deed er alles aan om beter te worden. Fietsen was mijn afgod, ik had God niet nodig.”

“Echt alles draaide om het wielrennen”, blikt Merijn terug op zijn tijd als topwielrenner. “Ik was extreem gedisciplineerd, maar ook egoïstisch. Altijd moest ik letten op wat ik at, daarnaast trainde ik keihard. Ik ging vroeg naar bed en feestjes liet ik aan me voorbijgaan. Mijn doel was: zo goed mogelijk worden. Hier had ik God niet bij nodig, dacht ik. Ik haalde de euforie uit het fietsen.”

Oude fiets

Al op jonge leeftijd is Merijn bezig met wielrennen. “Het was altijd een droom van me om wedstrijden te fietsen. Toen ik 8 jaar oud was, kreeg ik een oude fiets. Ik ontdekte dat ik aanleg had om snel te fietsen. Sport wordt leuker als je er goed in bent, daarom fietste ik toen al graag. Ik ging bij een wielrenvereniging en trainde iedere donderdag. Op mijn 9e deed ik al mee aan wedstrijden.”

Merijn kijkt terug op veel successen. Onder andere met de Rabobank-ploeg. “Rabobank was een aantal jaren geleden dé opleidingsploeg van Nederland”, zegt Merijn. “Wie hogerop wilde ko-men, hoopte terecht te komen bij Rabobank. Ik had dat geluk. Opeens fietste ik met de jongens die ook in de Tour de France reden. Ik keek tegen ze op. Het eerste jaar bij de Rabo-ploeg ging het super goed. Te goed, het ging te snel, ik dacht dat het beter was om me langzaamaan ver-der ontwikkelen. Ik besloot een stapje terug te doen en ondernam veel leuke dingen.”

Geliefd

“In de weekenden zag ik andere jongens gezellig met elkaar een biertje drinken. Dit wilde ik ook. Ik begon mijn geluk te zoeken in feestjes en alcohol. Op den duur was het zelfs een strijd om weer op de fiets te stappen en te trainen. Sport werd steeds minder belangrijk en drank werd een vlucht.”

Ook al is Merijn christelijk opgevoed, hij doet er niet zoveel mee. Tot hij deelneemt aan een Alpha-cursus over het christelijke geloof, zijn leven verandert drastisch. “Mijn zus vroeg me mee. Aan het einde van de cursus gingen we een weekend weg met de deelnemers. Niet eer-der ervoer ik God zo dichtbij dan tijdens dat weekend. Ik voelde me geliefd en gewaardeerd, ik mocht er zijn. Toen wist ik: Hij bestaat echt.” Vanaf dat moment verandert Merijn. “Ik werd een oprechter mens, minder egoïstisch, respectvoller en ik lette op mijn woorden. De schaamte om over God te praten was weg en ik voelde me zeker.”

Nieuwe deuren

In diezelfde tijd komt Merijn in contact met een Ierse wielrenploeg. “Ze wilden me graag in het team. Ik besloot de nieuwe uitdaging aan te gaan en had er zin in. Uiteindelijk ging het niet door. ‘Hoe kon dit?’, vroeg ik me toen gefrustreerd af. Achteraf zie ik in waarom het niet door-ging. God sloot deuren en opende nieuwe deuren. Hij gaf me andere dromen om na te jagen.”

Merijn fietst momenteel bij Baby-Dump Wielerteam, maar dit duurt niet lang meer. In 2018 gaat hij samen met zijn vriendin met Jeugd met een Opdracht naar Zuid-Afrika om fulltime te investeren in elkaar en God. “Maar eerst wil ik met mijn vriendin trouwen”, zegt Merijn la-chend. “Ik zie ernaar uit deze andere kant van het leven te ontdekken. De wielrenploeg ver-klaart me wel een beetje voor gek, maar de mensen uit mijn ploeg hebben me ook zien veran-deren. Ze zullen het wel begrijpen. Het doet geen pijn om het wielrennen voorlopig achter me te laten. Al zal topsport altijd onderdeel zijn van mijn leven. De kans is groot dat ik na Zuid-Afrika de fiets weer op stap. Ik ben nog niet zo oud, ik geloof dat het er dan nog in zit om hoog niveau te halen. Dus helemaal loslaten doe ik het nog niet.”

Sportwereld

Hoe ziet hij dat dan voor zich? Valt geloof en topsport te combineren? “Zeker”, zegt Merijn overtuigd. “Ik denk juist dat je uit God veel kracht kunt halen. Het is wel een uitdaging om ie-dere wedstrijd te kiezen voor Hem en samen met Hem de strijd aan te gaan. De sportwereld is egoïstisch. Met tegenslag kan ik nu goed omgaan. Maar als je denkt: wielrennen is alles wat ik heb, dan is topsport wel heel moeilijk. Je krijgt namelijk altijd te maken met tegenslag. Ik ge-loof dat iedereen op zoek is naar zekerheid. Topsport geeft geen zekerheid. God wel.”

‘Sport wordt leuker als je er goed in bent, daarom fietste ik toen al graag’